Als alle zetmeel is omgezet moet het wort van de bostel gescheiden worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een filter. Dit filter houdt eigenlijk alleen de blezen van de gerst tegen. Het filterbed zelf wordt gevormd door de laag blezen die op het filter neerdaalt. De eerste liters die nog niet helder zijn worden nogmaals gefilterd. Het is zaak het wort zo helder mogelijk te filteren. De deeltjes die meegaan in de kookketel zullen smaakafwijkingen tot gevolg hebben. Gooi het wort echter niet te vaak terug, dat zal een wrange smaak opleveren.
Als de bostel bijna droogvalt begint het spoelen. De suikers die nog in de bostel zitten worden er nu uitgespoeld. Hiervoor wordt er telkens wat warm water aan de ‘filterkuip’ toegevoegd. Het spoelen is klaar als al het spoelwater is verbruikt. Wacht dan tot de laatste restjes water zijn opgevangen.
Het totale filter- en spoelproces zal ongeveer 1 à 2 uur duren. Als er te snel gewerkt wordt zal het filterbed dichtslaan. Met een broodmes kan je het dan weer een beetje opensnijden. Snij niet te diep, anders wordt het wort weer troebel.
- Het maischproces is bedoeld om het zetmeel uit de granen door de enzymen om te laten zetten in suikers. Het proces zal alleen goed verlopen als er voldoende pilsmout of andere moutsoorten die veel enzymen bevatten worden gebruikt. Het is, zonder kunstgrepen, niet mogelijk om bier te brouwen van alleen ruwe granen of vlokken!
- In oudere recepten zijn de maischtijden veel langer. Tegenwoordig wordt de mout in de mouterij anders bewerkt waardoor deze van betere kwaliteit is en de lange tijden niet meer nodig zijn.
- Als je zelf schroot, doe het grof. Zo grof dat er net geen ongemalen moutkorrels uit je molen komen. Het filteren zal dan beter verlopen en er zullen minder wrang smakende stoffen uit de blezen door je bier worden opgenomen.
- Laat de borstel tijdens het spoelen niet droog vallen. De bostel komt dan in aanraking met zuurstof en zuurstof opname moet, behalve tijdens het beluchten vlak voor het toevoegen van de gist, vermeden worden.