Het is voor thuisbrouwers altijd gebruikelijk geweest om te lageren. Bij het lageren wordt het jonge bier na de hoofdvergisting overgeheveld in een glazen fles met waterslot. De laag gistcellen die onder in het hoofdgistingsvat zit laat men hierbij achter. Tijdens de lagering zal het bier helder worden en zullen ongewenste stoffen die tijdens de hoofdvergisting ontstaan afgebroken worden. Men noemt dit rijpen. Tijdens het lageren (indien dit koud gebeurd) zal het bier ook ietje meer koolzuur opnemen waardoor je bij het bottelen ook minder suiker hoeft toe te voegen. Het koud lageren wordt door thuisbrouwers nog niet veel gedaan, maar levert wel een helder bier op en vaak ook een "cleaner" bier.

In deze cursus wordt niet koud gelagerd. Waarom niet?

  • Tijd : Het lageren duurt al gauw 1 tot 2 weken en juist je eerste biertjes moeten snel klaar zijn. Voor je zelf om van te genieten, maar ook om nog tijdens de cursus feedback te krijgen en vragen te kunnen stellen of je het goed gedaan hebt.
  • Gist : De belangrijkste brouwtechnische reden is dat tijdens het lageren de gist verzwakt en in hoeveelheid vermindert, het helder worden van een bier wil zeggen dat de gist naar de bodem zakt. Hierdoor zal de hergisting op fles moeizamer verlopen. De gistcellen zullen zich eerst moeten vermeerderen om het hergisten te laten slagen. Dit geeft weer allerlei bijsmaakjes. Eigenlijk moet er dan vaak verse gist worden toegevoegd. Dat betekend een giststarter maken en infectie gevaar. Indien gebotteld wordt nadat de (hoofd)vergisting is beëindigd en het bier nog troebel is met gist zal de hergisting met voldoende en actieve gistcellen gebeuren. Voorwaarde is dan wel dat het bier volledig is uitgegist. Het SG mag gedurende enkele dagen niet meer gedaald zijn.

 

Sommige bieren en gistsoorten hebben baat bij lageren. Dat zul je zelf moeten gaan ervaren. Ook hier is bierbrouwen geen exacte wetenschap!