In de natuur valt een gerstekorrel tegen het eind van de zomer van de plant (hoewel dat bij wintergerst anders schijnt te zijn). In het volgende voorjaar ontkiemt de korrel en groeit hij uit tot een nieuwe gersteplant. De gerstekorrel bestaat voornamelijk uit zetmeel. Dit zetmeel is een voedselvoorraadje die de korrel in het voorjaar nodig heeft om te ontkiemen en voor de eerste groei totdat het jonge plantje zelf voedsel kan onttrekken uit de bodem en het zonlicht. Zetmeel is echter geen goed voedsel voor jonge plantjes en daarom maakt de korrel tijdens het ontkiemen enzymen aan. Deze enzymen kunnen zetmeel omzetten in suikers en dat is precies wat het jonge plantje nodig heeft.
De brouwer maakt van dit natuurlijke proces handig gebruik.

Gerstekorrel

  1. Kafje
  2. Vruchtwand of pericab
  3. Zaadhuid
  4. Aleuronlaag
  5. Endosperm
  6. Embryo
  7. Kernpluim
  8. Reservestoffen
  9. Kiemworteltje